Executieve functies bij stotterende kleuters: Studie onthult tekorten in het werkgeheugen
Een recente studie onderzoekt de executieve functies (EF) bij stotterende kleuters (CWS). Ontwikkelingsstotteren, gekenmerkt door herhaling van spraakklanken, verlenging en blokkering, treft 5-8% van de kinderen, waarvan de meesten spontaan herstellen. Het onderzoek onderzoekt of een afname van EF bijdraagt aan stotteren bij jonge kinderen.
De studie vergeleek CWS met kinderen die niet stotteren (CWNS). Het richtte zich op subcomponenten van EF, gedefinieerd als "doelgericht denken, handelen en emotieregulatie". De bevindingen toonden aan dat CWS slechter presteerden op zowel verbaal als visueel werkgeheugen.
Deze resultaten suggereren dat CWS niet alleen een afname ervaren in het verbale kortetermijngeheugen, maar ook in het bredere werkgeheugensysteem. Dit omvat de centrale executieve functie, die cruciaal is voor het beheren van informatie en het reguleren van gedrag.
Executieve functies bestaan uit verschuiving, actualisering (werkgeheugen) en inhibitie. Verschuiving verwijst naar het flexibel wisselen van taken. Actualisering (werkgeheugen) verwijst naar een systeem dat informatie in het werkgeheugen bewaakt en actualiseert. Inhibitie verwijst naar het onderdrukken van dominante gedragingen en gedachten.
De studie benadrukt het belang van het begrijpen van de cognitieve factoren die bijdragen aan stotteren. Verder onderzoek is nodig om de specifieke mechanismen te onderzoeken waarmee EF-tekorten de spreekvaardigheid bij jonge kinderen beïnvloeden.