Aziatische aandelenmarkten toonden veerkracht na de Amerikaanse aanval op Iraanse nucleaire faciliteiten in juni 2025. De Nikkei-225 in Tokio bleef vrijwel onveranderd, terwijl de beurzen in Shanghai en Hong Kong gemengde trends lieten zien.
De S&P/ASX 200 in Sydney daalde met 0,4%, de Kospi in Seoul verloor 0,5% en de Sensex-index in Mumbai daalde met 0,7%. Ondanks deze kleine dalingen herstelden de meeste indices zich aanzienlijk van hun intraday-dieptepunten.
De olieprijs steeg met ongeveer 2%, maar bleef ruim onder de voorspelde $100 per vat die werd verwacht bij Amerikaanse interventie in het conflict tussen Israël en Iran. De Amerikaanse dollar, beschouwd als een "klassieke veilige havenvaluta", steeg met 0,3% ten opzichte van de euro en 0,5% ten opzichte van de yen.
De valutamarkt bleef kalm. De prijs van goud daalde 's ochtends zelfs licht, wat de reactie van de markt op het nieuws aangeeft. Ook op de obligatiemarkten waren slechts kleine veranderingen te zien.
Positieve economische gegevens ondersteunden het positieve sentiment in Tokio. De inkoopmanagersindex voor de productiesector steeg aanzienlijk tot 50,4, waarmee de drempel van 50 werd overschreden, die onderscheid maakt tussen recessie en herstel. De index voor de dienstensector verbeterde licht tot 51,5.
Deze ontwikkelingen benadrukken de veerkracht van de Aziatische markten ten opzichte van geopolitieke spanningen en het vermogen van beleggers om te reageren op kortetermijnmarktbewegingen.