De Golfstaten zijn centrale spelers geworden in de inspanningen van de Verenigde Staten om een nieuwe nucleaire deal met Iran te sluiten, waarbij ze van rol zijn veranderd ten opzichte van een decennium geleden, toen ze buitenspel werden gezet en gefrustreerd waren door de vorige overeenkomst.
Deze verschuiving onderstreept hoe het 'America First'-beleid van voormalig Amerikaans president Donald Trump, en de marginalisering van traditionele Europese bondgenoten, ruimte hebben gecreëerd voor Golfstaten en andere regionale machten om de Amerikaanse buitenlandse politiek te beïnvloeden. Terwijl de regering-Obama deelnam aan een multilateraal proces met het VK, Duitsland, Frankrijk, Rusland en China voor de overeenkomst van 2015, dringt Trump aan op een bilaterale deal met Iran en dreigt met militaire actie als de diplomatie mislukt.
De verandering weerspiegelt ook een detente tussen Golfstaten, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten, en Iran. Deze soennitische staten, die Iran als een vijandige rivaal beschouwden, hebben geprobeerd de spanningen te verminderen en verdere conflicten in het Midden-Oosten te voorkomen. Als gevolg hiervan zijn Riyad en Abu Dhabi overgestapt van het steunen van Trumps beslissing om de JCPOA te verlaten naar het publiekelijk steunen van diplomatieke inspanningen om de nucleaire impasse op te lossen.
Dit betekent dat de Golfstaten hun banden met Trump inzetten om te fungeren als belangrijke tegenwichten voor de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, die aandringt op militaire actie. Indirecte gesprekken tussen de regering-Trump en Iran zijn gefaciliteerd door Oman en Qatar.
Een Saoedische functionaris verklaarde dat de boodschap aan de Iraanse leiders was dat het koninkrijk de dialoog wilde handhaven en geen deel wilde uitmaken van vijandige actie, en drong er bij Teheran op aan een deal met Trump te sluiten. De angst in de Golf is dat als de diplomatie mislukt en de VS en Israël aanvallen op Iran lanceren, dit een oorlog zou kunnen uitlokken.
De VAE, die door Trump als boodschapper werden gekozen om dit jaar een brief aan Khamenei te sturen, maakten vergelijkbare opmerkingen. In tegenstelling tot de Golfstaten lijken de Europese regeringen die betrokken zijn bij de JCPOA-onderhandelingen gemarginaliseerd. Europese functionarissen hebben sinds september verschillende rondes van lagere gesprekken gevoerd met hun Iraanse tegenhangers, maar EU-diplomaten erkennen hun beperkte rol in de onderhandelingen tussen de VS en Iran.
De spanningen zijn ook toegenomen tussen Europese staten en Iran. Teheran beschuldigt de Europeanen ervan niet genoeg te hebben gedaan om ervoor te zorgen dat Iran economische voordelen kreeg van de JCPOA na het terugtrekken van de VS. Europeanen zijn steeds meer bezorgd over de nucleaire vorderingen van Iran en hebben gedreigd een 'snapback'-proces in gang te zetten, waarbij VN-sancties opnieuw worden opgelegd als de Iraanse activiteiten niet worden gecontroleerd.
Golfstaten zouden ook een rol kunnen spelen als de onderhandelingen slagen, met de mogelijkheid om een consortium op te richten met de VS en regionale staten om faciliteiten voor de verrijking van uranium op laag niveau te ontwikkelen. Dit idee wordt gezien als een potentiële compromis om de kloof te overbruggen tussen de aandrang van Iran op zijn recht om uranium te verrijken en Trumps eis dat Teheran zijn programma ontmantelt.