Bonn, Duitsland — juni 2025 — De Internationale Klimaatconferentie in Bonn diende als een belangrijke voorbereidende stap voor COP30 en discussies over nieuwe verplichtingen. Deelnemers benadrukten de noodzaak van dringende actie voorafgaand aan COP30, die plaatsvindt op 6-7 november in Belém, Brazilië. De focus ligt op klimaatfinanciering, een rechtvaardige transitie weg van fossiele brandstoffen en de bescherming van ecosystemen.
Meningsverschillen tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden waren een belangrijk thema, waarbij de eersten jaarlijks 250 miljard dollar voorstelden tegen 2035, terwijl de laatsten 1,3 biljoen dollar eisen. Brazilië vroeg 300 miljard dollar, met de bedoeling dit te verhogen tot 390 miljard dollar. Deze financiële kloof weerspiegelt de verschillende prioriteiten en capaciteiten van landen, wat de ontwikkeling van een uniform mondiaal actieplan om klimaatverandering te bestrijden bemoeilijkt.
De kwestie van ontbossing leidde ook tot debat. Ondanks de doelstelling om ontbossing tegen 2030 te beëindigen, blijven de vorderingen beperkt. Plannen om een snelweg aan te leggen door beschermde Amazonegebieden hebben kritiek uitgelokt.
Marina Silva, de Braziliaanse minister van Milieu, en COP30-voorzitter André Corrêa do Lago benadrukten het belang van mondiale samenwerking en concrete stappen. De Bonn-conferentie schetste de verwachtingen voor COP30 als een keerpunt in de implementatie van het Akkoord van Parijs.
De Bonn-conferentie benadrukte de noodzaak van meer ambitie en concrete acties om de klimaatcrisis aan te pakken. De focus blijft liggen op het overbruggen van de kloof tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, het waarborgen van een rechtvaardige energietransitie en het beschermen van vitale ecosystemen.