De provincie Cabo Delgado in Noord-Mozambique wordt geconfronteerd met een steeds ernstiger humanitaire crisis, aangewakkerd door aanhoudende aanvallen van opstandelingen die banden hebben met Islamitische Staat. Tussen 20 en 28 juli 2025 werden meer dan 46.000 mensen op de vlucht gedreven, wat de bestaande noodsituatie in de regio verergert en de schaarse hulpgoederen zwaar onder druk zet. Deze recente ontheemding is het gevolg van een complex samenspel van crises, waaronder gewapend geweld, klimaatgerelateerde schokken, ziekte-uitbraken en een nijpend tekort aan financiering.
De aanvallen, met name in het district Chiúre, hebben geleid tot de ontheemding van meer dan 42.000 mensen, waarvan meer dan de helft kinderen. Ook de districten Ancuabe en Muidumbe hebben aanzienlijke aantallen ontheemden te verduren. De humanitaire respons blijft ernstig ondergefinancierd; slechts 19% van het benodigde bedrag van 352 miljoen dollar voor het Humanitaire Responsplan van Mozambique is ontvangen, waardoor hulporganisaties hun doelstellingen met meer dan 70% hebben moeten bijstellen. Dit gebrek aan middelen belemmert de mogelijkheid om adequaat in te spelen op de escalerende behoeften. De kwetsbaarheid van de ontheemde bevolking, met name vrouwen en kinderen, neemt toe, met een verhoogd risico op uitbuiting en gendergerelateerd geweld. Sinds het conflict in 2017 begon, zijn er naar schatting meer dan 3.000 mensen omgekomen en honderdduizenden ontheemd geraakt. De Mozambikaanse regering werkt, met steun van internationale partners zoals de Afrikaanse Unie en de SADC, aan het neutraliseren van de opstandelingen. De Minister van Defensie heeft zijn bezorgdheid geuit en verklaard dat de strijdkrachten de rebellen op de voet volgen. De Afrikaanse Unie heeft een technische beoordelingsmissie uitgevoerd om de veiligheidssituatie en de humanitaire respons te evalueren.