Zonnedrukpapier, ook wel bekend als cyanotypiepapier, blijft in 2025 een populaire methode voor het creëren van kunst met behulp van zonlicht. Dit creatieve medium biedt zowel kinderen als volwassenen boeiende mogelijkheden om op speelse wijze wetenschappelijke fenomenen te ontdekken. Het papier is voorzien van een lichtgevoelige laag die reageert op UV-licht. Wanneer het aan zonlicht wordt blootgesteld, verschijnen witte afdrukken van de geplaatste objecten, terwijl de rest van het papier een kenmerkende blauwe kleur krijgt. Deze techniek, cyanotypie, werd in 1842 ontwikkeld door Sir John Herschel.
Het proces om een zonnedruk te maken is eenvoudig: platte natuurlijke materialen zoals bladeren of bloemen worden op het zonnedrukpapier gelegd. Een transparante folie of plexiglas houdt de objecten op hun plaats, en indien nodig, vooral bij winderig weer, kan het geheel verzwaard worden. Na enkele uren in de zon wordt de bescherming en de objecten verwijderd. Het papier wordt vervolgens voorzichtig met water afgespoeld om het ontwikkelproces te voltooien. Na het drogen is de zonnedruk zichtbaar. In 2025 is zonnedrukpapier verkrijgbaar in diverse varianten, zoals het "PhänoMINT Buntes Sonnendruckpapier" van moses. Verlag, dat 16 vellen in vier verschillende kleuren aanbiedt. Het papier bevat ijzerverbindingen die reageren op UV-licht, waarbij zonlicht chemische bindingen in de kleurstoffen verbreekt, wat een kleurverandering veroorzaakt. Gebieden die door objecten worden afgedekt, behouden hun oorspronkelijke kleur, terwijl de belichte delen vervagen, wat resulteert in een negatief beeld van de objecten. Het papier is geschikt voor kinderen vanaf 6 jaar, met aanbevolen toezicht van een volwassene, en is niet geschikt voor kinderen onder de 3 jaar vanwege verstikkingsgevaar. Zonnedrukpapier is te vinden in veel hobbywinkels en online. De combinatie van creativiteit en wetenschappelijk inzicht maakt zonnedrukpapier in 2025 een boeiende methode om kunst te creëren en tegelijkertijd de effecten van UV-licht op materialen te leren kennen.
De geschiedenis van cyanotypie is rijk en geworteld in de 19e eeuw. Sir John Herschel, een Engelse wetenschapper en astronoom, ontdekte het proces in 1842 terwijl hij experimenteerde met lichtgevoelige chemicaliën. Hij ontdekte de lichtgevoeligheid van ferric ammoniumcitraat en kaliumferricyanide bij blootstelling aan ultraviolet licht en noemde het proces "cyanotypie" vanwege de rijke blauwe tint die de uiteindelijke afdrukken kenmerkte. Anna Atkins, een botanicus en vriendin van Herschel, gebruikte het proces in 1843 om het eerste boek met fotografische illustraties te publiceren: "Photographs of British Algae: Cyanotype Impressions". Dit werk wordt beschouwd als een mijlpaal in de geschiedenis van de fotografie en botanische illustratie. Tegenwoordig wordt cyanotypie nog steeds gebruikt door kunstenaars en fotografen, die de unieke esthetiek en tactiele kwaliteiten waarderen. Moderne toepassingen omvatten het gebruik op textiel en het combineren met digitale negatieven, wat de veelzijdigheid van deze eeuwenoude techniek benadrukt.