Recent onderzoek wijst op de invloed van kosmische stralen op het ontstaan van bliksem. Traditioneel werd bliksem toegeschreven aan statische elektriciteit in de atmosfeer. Studies suggereren dat kosmische stralen, hoogenergetische deeltjes uit de ruimte, een rol spelen bij het triggeren van bliksem.
Wetenschappers hebben waargenomen dat bliksemflitsen soms worden gevolgd door snellere ontladingen. Een studie gepubliceerd in het *Journal of Geophysical Research: Atmospheres* toonde aan dat kosmische stralen een rol kunnen spelen bij het initiëren van bliksemflitsen. Uit computersimulaties blijkt dat elektronen, versneld door sterke elektrische velden in onweerswolken, röntgenstralen produceren en een cascade initiëren. Deze processen leiden tot de vorming van bliksem.
Kosmische stralen bestaan voornamelijk uit fotonen, zware ionen en elektronen. Wanneer deze deeltjes de atmosfeer binnendringen, veroorzaken ze een cascade van lichtere deeltjes, waaronder röntgenstralen, protonen en elektronen. Deze secundaire deeltjes kunnen bijdragen aan de elektrische ontlading die bliksem veroorzaakt.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat kosmische straling de vorming van aerosolen in de atmosfeer kan beïnvloeden. Deze aerosolen kunnen dienen als condensatiekernen voor wolken, wat indirect de kans op onweer kan vergroten.
Het is belangrijk om de mechanismen achter blikseminslag volledig te begrijpen. Nieuwe bevindingen tonen aan dat de energie die nodig is voor onweersbuien afkomstig kan zijn van een lawine van elektronen die wordt veroorzaakt door kosmische stralen. Deze inzichten dragen bij aan een completer beeld van de processen die ten grondslag liggen aan bliksem.