“Ik denk, dus ik ben.” Deze beroemde uitspraak van René Descartes heeft sinds de 17e eeuw ons begrip van de geest en het bewustzijn gevormd. Een baanbrekende neurowetenschappelijke studie gepubliceerd in Nature suggereert echter een radicale verschuiving in dit perspectief. Het onderzoek geeft aan dat bewustzijn mogelijk niet voortkomt uit gedachte, maar uit lichamelijke sensaties.
Deze bevinding, indien bevestigd, zou niet alleen de filosofie, maar ook de geneeskunde kunnen revolutioneren, met name in de manier waarop we patiënten in coma of met communicatieproblemen verzorgen. De studie omvatte een samenwerking van 256 onderzoekers van 12 internationale laboratoria. Ze wilden twee prominente theorieën over bewustzijn testen: de Global Neuronal Workspace Theory (GNWT), die bewustzijn koppelt aan de brede beschikbaarheid van informatie in de hersenen, en de Integrated Information Theory (IIT), die de rol van sensorische informatieverwerking benadrukt.
De onderzoekers gebruikten verschillende technieken, waaronder EEG, fMRI en MEG, om de hersenactiviteit te registreren terwijl deelnemers eenvoudige afbeeldingen bekeken. De resultaten toonden aan dat activiteit gerelateerd aan bewustzijn meer uitgesproken was in de achterste regio's van de hersenen, met name de visuele cortex en sensorische gebieden. Dit daagt de focus van de GNWT op de prefrontale cortex uit. De studie toonde ook aan dat bewustzijn een continu proces lijkt te zijn, gekoppeld aan sensorische verwerking, in plaats van een plotselinge “flits” van herkenning.
Deze verschuiving in begrip heeft aanzienlijke implicaties, vooral in medische contexten. Als bewustzijn geworteld is in zintuiglijke ervaring, moeten onze methoden om het bij anderen, zoals comapatiënten, te detecteren, opnieuw worden geëvalueerd. Neurobioloog Christof Koch wijst erop dat een aanzienlijk percentage van de patiënten in deze toestanden overlijdt na een beslissing om de behandeling te beëindigen. Als bewustzijn beter kan worden geïdentificeerd door middel van sensorische indicatoren, kan dit helpen diagnostische fouten te voorkomen.
Hoewel de studie nieuwe wegen opent voor het begrijpen van bewustzijn, waarschuwen sommige onderzoekers dat het mogelijk de voorwaarden voor bewustzijn identificeert, maar niet het bewustzijn zelf. Desalniettemin suggereert het onderzoek een meer belichaamde, sensorische en wellicht meer menselijke benadering van het begrijpen van de essentie van ons bestaan. Misschien zou in plaats van “Ik denk, dus ik ben” een nieuwe maxime voor de 21e eeuw kunnen zijn: “Ik voel, dus ik ben.”