In Delbrück-Bentfeld, Duitsland, hebben archeologen een opgraving voltooid en een nederzetting uit de Romeinse tijd en een goed bewaard gebleven begraafplaats ontdekt. De werkzaamheden, die in november 2024 begonnen, onthulden ongeveer 400 archeologische elementen, waaronder woonputten, waterputten en boerderijgebouwen. Deze vondsten werpen licht op het leven in de regio tussen de 2e en 5e eeuw.
De meest interessante vondst was een Romeinse crematiegraf met verkoolde menselijke resten, houtskool en grafgiften: een speerpunt, fibulae, een benen kam, een vuursteen en een gesp met een dierenkop. Wetenschappers geloven dat de overledene een Germaanse huurling in het Romeinse leger kan zijn geweest.
Onder andere vondsten – een houten waterput uit de periode van de Grote Volksverhuizing, gebouwd van drie uitgeholde boomstammen. Er waren runenachtige inscripties op een van de balken, en binnenin een carbonhoudende laag met verkoolde botten en glazen kralen, wat kan duiden op ritueel of funerair gebruik.
Deze vondsten worden aangevuld met zeldzaam organisch materiaal – een fragment van huid en een vleugel van een insect, die waardevol zijn voor het bestuderen van de leefomstandigheden in het verleden. Wetenschappers zijn van plan dendrochronologische en radiokoolstofanalyses uit te voeren, evenals verder onderzoek, om de leefomstandigheden in deze regio 1600 jaar geleden nauwkeuriger te reconstrueren.