Het Centrum voor Genetische Bronnen (CGN) in Nederland beschermt actief de Europese donkere honingbij (*Apis mellifera mellifera*), de enige inheemse bijensoort van het land. Dit initiatief onderstreept de cruciale rol van het behoud van genetische diversiteit voor het handhaven van ecologisch evenwicht en het waarborgen van de veerkracht van de landbouw.
In tegenstelling tot buitenlandse honingbij ondersoorten, is de Europese donkere honingbij inheems in een regio die zich uitstrekt van Frankrijk tot Rusland. Ooit veel voorkomend, nam de populatie af na de introductie van andere rassen zoals de Carnica en Buckfast bijen in de 19e eeuw. Vandaag de dag bestaat slechts een klein percentage van de bijenkolonies in Nederland uit de Europese donkere honingbij.
Het CGN onderhoudt een opslagplaats voor genetisch materiaal, waaronder dat van de Europese donkere honingbij, om het biologische erfgoed te beschermen. Het unieke DNA van de bij is essentieel voor de bestuiving van inheemse flora. In samenwerking met verschillende organisaties richt het CGN zich op het identificeren en behouden van pure donkere bijenkolonies, met name op het eiland Texel, waar al 40 jaar inspanningen worden verricht. Onderzoekers verzamelen larven voor genetische analyse om de zuiverheid en diversiteit van de Texelse bijenpopulatie te beoordelen en ontwikkelen een protocol voor het invriezen van bijensperma om de langetermijnbescherming van deze belangrijke soort te garanderen. In het voorjaar van 2025 reisden onderzoekers naar Texel om sperma te verzamelen van geselecteerde kolonies. Dit project benadrukt de toenemende erkenning van natuurinclusieve landbouw en het belang van inheemse soorten bij het in stand houden van duurzame ecosystemen.