Het blootleggen van oud DNA helpt ons de complexe geschiedenis van menselijke migratie en diversiteit te begrijpen, waardoor voorheen onbekende populaties worden onthuld en bestaande theorieën over ons verleden worden uitgedaagd.
Een recente studie in Science Advances heeft een voorheen onbekende menselijke afstamming blootgelegd die ongeveer 6000 jaar geleden de hooglanden van Bogota, Colombia, bewoonde. Deze ontdekking werd gedaan door de genoomanalyse van 21 individuen uit verschillende tijdsperioden in de Colombiaanse hooglanden. Zeven van deze individuen behoorden tot de prekeramische periode en waren de sleutel tot deze verrassende bevinding.
Het DNA van deze prekeramische individuen onthulde een unieke afstamming die anders is dan elke andere bekende groep in Amerika. Volgens het originele artikel, "vertegenwoordigen deze prekeramische jager-verzamelaars een voorheen onbekende basale afstamming die is afgeleid van de initiële Zuid-Amerikaanse radiatie." Dit betekent dat ze een vroege tak van de menselijke stamboom in Zuid-Amerika vertegenwoordigen die voorheen niet was gedocumenteerd.
Onderzoekers analyseerden de oude overblijfselen met behulp van technieken om nucleair en mitochondriaal DNA vast te leggen. Hierdoor konden ze meer dan een miljoen genetische markers sequencen. De individuen van de Checua_6000BP-groep deelden geen genetische affiniteit met een bekende groep op het continent. Ze hadden geen banden met oude Noord-Amerikaanse volkeren, zoals die van de Clovis-cultuur, of met Zuid-Amerikaanse inwoners van meer dan 10.000 jaar geleden.
Deze afstamming paste niet in een bestaande tak van de Amerikaanse menselijke stamboom. Wetenschappers modelleerden het als een basale lijn die ontstond tijdens de eerste menselijke migraties naar Zuid-Amerika, en later geïsoleerd raakte. Wanneer geplaatst op een evolutionaire relatiekaart, werd een statistisch robuuste fit alleen bereikt wanneer deze groep werd gemodelleerd als een voorheen niet-gekarakteriseerde afstamming die rechtstreeks was afgeleid van de initiële radiatie.
Een van de meest intrigerende vragen van het onderzoek is wat er met deze afstamming is gebeurd. Genetische gegevens tonen geen continuïteit aan tussen deze oude inwoners en latere menselijke groepen in dezelfde regio. De vervanging was compleet. Het artikel stelt: "de uitgevoerde analyses leveren sterk bewijs voor een grote genetische vervanging in de Altiplano tussen 6000 en 2000 jaar geleden."
Vanaf 2000 jaar geleden vertonen menselijke overblijfselen in het gebied een compleet ander genetisch profiel. Deze nieuwe populatie was verwant aan Midden-Amerikaanse volkeren, met name sprekers van Chibchan-talen. Deze vervanging viel samen met belangrijke culturele verschuivingen, waaronder het ontstaan van Herrera-keramiek en de latere ontwikkeling van de Muisca-cultuur.
Deze ontdekking daagt gevestigde verhalen over de kolonisatie van Zuid-Amerika uit. Het benadrukt de noodzaak van genoomstudies in onderzochte regio's, waardoor mogelijk andere verborgen afstammingen worden onthuld. Het begrijpen van onze genetische geschiedenis verrijkt ons begrip van menselijke diversiteit en migratiepatronen, en biedt waardevolle inzichten in onze gedeelde oorsprong en het complexe tapijt van menselijke populaties over de hele wereld.