Pinguïns verdreven zeehonden op Antarctica 1400 jaar geleden door klimaatverandering

Een studie met behulp van oud DNA heeft 6000 jaar pinguïngeschiedenis op Antarctica gereconstrueerd. Onderzoekers ontdekten dat Adéliepinguïns (Pygoscelis adeliae) zuidelijke zeeolifanten (Mirounga leonina) ongeveer 1400 jaar geleden uit hun habitat verdreven. Deze verschuiving vond plaats in Cape Hallett in Oost-Antarctica, samenvallend met een periode van klimaatkoeling en uitbreiding van zee-ijs. Het internationale team van wetenschappers uit Australië, China, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten analyseerde 156 sedimentmonsters verzameld van actieve en verlaten Adéliepinguïnkolonies gelegen op Ross Island en de kusten van East Victoria Land. De analyse, gepubliceerd in *Nature Communications*, onthulde dat Adéliepinguïns de dominante gewervelde dieren in de regio werden, gevolgd door de zuidpooljager (Catharacta maccormicki). De bevindingen suggereren een hoge gevoeligheid van het Antarctische ecosysteem voor klimaatverandering, en benadrukken het belang van het begrijpen van zijn geschiedenis voor het voorspellen van toekomstige impacten en het informeren van conservatiestrategieën. Adéliepinguïns zijn endemisch voor Antarctica en vertegenwoordigen de kleinste pinguïnsoort die daar voorkomt.