Econoom Mara Pedrazzoli suggereert dat de stijgende inflatie in Argentinië het vermogen van de regering om haar fiscale doelen te bereiken, zou kunnen belemmeren. Dit komt door de indexering van pensioenuitkeringen aan de inflatie.
De nieuwe overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) bepaalt dat 80% van de lening vooraf contant wordt uitbetaald. De regering heeft discretionair gebruik van deze fondsen, wat Pedrazzoli vanuit een fondsbeheeroogpunt positief beoordeelt.
Ze waarschuwt echter dat de economische fragiliteit van Argentinië duidelijk zichtbaar is in het toenemende wantrouwen en de dollarisering van de markt. De regering handelt voorzichtig om negatieve effecten op de verwachtingen te vermijden en grijpt in op de markt via Banco Nación in plaats van de Centrale Bank.
Pedrazzoli benadrukt het belang van het monitoren van de landbouwexport en de inflatie. Een heropleving van de inflatie zou de wisselkoersinstabiliteit opnieuw kunnen aanwakkeren. Ze wijst ook op het risico voor de fiscale doelen als de inflatie stijgt, wat gevolgen heeft voor de geïndexeerde pensioenuitkeringen en het bereiken van een primair overschot bemoeilijkt.
Vooruitkijkend uit Pedrazzoli haar zorgen over de prestaties van de regering op het gebied van productie, investeringen en werkgelegenheid. Ze wijst op een gebrek aan steun voor de industrie en de landbouw, uitdagingen voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), lage reële lonen en een verlamde bouwsector.
Met betrekking tot het wisselkoersbeleid waarschuwt ze tegen een terugkeer naar valuta-appreciatie, wat de binnenlandse industrie zou kunnen schaden door de import boven de lokale productie te stimuleren.