De Amerikaanse regering onderzoekt de mogelijkheid om een strategisch belang te nemen in Intel Corporation, met als doel de binnenlandse halfgeleiderproductie te versterken. Deze potentiële investering volgt op recente gesprekken tussen president Trump en Intel CEO Lip-Bu Tan, te midden van kritiek op Tans investeringen in Chinese technologiebedrijven. De gesprekken, die nog in een verkennende fase verkeren, markeren een mogelijke verschuiving in het Amerikaanse industriële beleid ter ondersteuning van Intels herstelplannen en de versnelling van het uitgestelde chipcomplex in Ohio.
Het ambitieuze project in Ohio, dat oorspronkelijk rond 2030-2031 voltooid moest zijn, is cruciaal voor de Amerikaanse ambitie om een leidende rol te spelen in de wereldwijde halfgeleiderindustrie. Intel's financiële situatie heeft de afgelopen jaren een daling gekend; de marktwaarde is gekrompen van 288 miljard dollar in 2020 tot ongeveer 104 miljard dollar in augustus 2025, met een gehalveerde winstgevendheid. Deze ontwikkeling onderstreept de noodzaak van externe ondersteuning om de productiecapaciteit te vergroten en technologische achterstanden in te halen. De situatie weerspiegelt de bredere geopolitieke spanningen tussen de VS en China, met name op het gebied van kritieke technologieën zoals halfgeleiders en kunstmatige intelligentie, waarbij de Amerikaanse regering de binnenlandse productie van geavanceerde chips als een nationale veiligheidskwestie beschouwt. Intel, als een van de weinige Amerikaanse bedrijven met de capaciteit om geavanceerde chips op Amerikaanse bodem te produceren, speelt hierin een sleutelrol. De potentiële overheidsinterventie kan het concurrentielandschap voor chipfabrikanten ingrijpend veranderen.
CEO Lip-Bu Tan staat onder druk vanwege zijn uitgebreide investeringen in Chinese technologiebedrijven, waaronder bedrijven met vermeende banden met het Chinese leger. Deze zorgen kwamen naar voren na een ontmoeting met president Trump en een brief van senator Tom Cotton aan de raad van bestuur van Intel. Ondanks deze kritiek heeft Intel verklaard zich volledig te committeren aan de inspanningen van de Amerikaanse regering om de technologische en productie-leiderschap van het land te versterken. De ontwikkeling van Intel's chipfabriek in Ohio, een project van 28 miljard dollar, is een belangrijk onderdeel van deze strategie. Hoewel de bouw meerdere keren is vertraagd, met de eerste productiefaciliteit nu gepland voor voltooiing in 2030 en de operationele start tussen 2030 en 2031, blijft het een prioriteit voor de Amerikaanse overheid. Een mogelijk overheidsbelang in Intel zou de financiering van dit project kunnen versterken en de tijdlijn kunnen versnellen, wat essentieel is in de race om technologische dominantie.