Amerikaanse boeren maken zich zorgen over tarieven en zoeken overheidssteun te midden van een potentiële handelsoorlog in 2025

Boeren in de Verenigde Staten, met name in staten als North Carolina, maken zich steeds meer zorgen over de impact van stijgende tarieven op de gewasprijzen. Deze tarieven beïnvloeden belangrijke landbouwproducten zoals katoen, sojabonen en maïs. Ondanks dat veel boeren Donald Trump steunden bij de verkiezingen van 2024, is er een groeiende bezorgdheid over een potentiële handelsoorlog en de behoefte aan steun van de federale overheid. Veel boeren maken zich zorgen over potentiële marktverliezen en zoeken naar vangnetten om hun levensonderhoud te beschermen. Sommige vertegenwoordigers van landelijke staten pleiten voor federale steunplannen om de financiële druk te helpen verlichten. Het Witte Huis overweegt de tarieven op Chinese import te verhogen, wat de bezorgdheid heeft gewekt over mogelijke boycotacties van Amerikaanse producten als vergelding. Volgens de Economic Research Service van het USDA is de export goed voor 20% van de winst van de boer. Na een daling van bijna 30% van het boereninkomen in de afgelopen drie jaar, is er grote bezorgdheid dat tarieven die worden geheven op handelspartners over de hele wereld alleen maar zullen bijdragen aan verdere verliezen op de boerderij. Landbouwminister Brooke Rollins heeft erkend dat de regering onderzoekt hoe ze opnieuw een intern USDA-fonds, bekend als de Commodity Credit Corp., kan aanboren om indien nodig miljarden dollars aan mogelijke economische steun aan de landbouw te verstrekken.